Samenvatting van de FietsVisie 2040

In deze fietsvisie, die eind 2018 door de landelijke fietsersbond is opgesteld en 2 februari in een ledenbijeenkomst in Utrecht wordt besproken, wordt de toekomstdroom van de Fietsersbond verwoord.
De Fietsersbond afd. Almelo / Wierden gaat met leden en belangstellenden deze samenvatting van de fietsvisie 2040, waarin wordt verwoord welke stappen er gezet moeten worden om de droom te verwezenlijken, bespreken.

  • 1 – STAP-principe: Stappen (Wandelen) Trappen (Fietsen) Openbaar Vervoer en Personenwagen, dat is de volgorde waarin het mobiliteitsbeleid vorm krijgt in 2040, ook op RijksNiveau.
  • 2 – De fiets wordt een familie: allerlei soorten fietsen horen erbij, zoals (elektrische) fiets, bakfiets, driewieler, ligfiets, riksja, speedpedelec, enz.
  • 3 – Fietsgeluk voor alle fietsers: alle mensen moeten zich prettig en veilig voelen op de fiets.
  • 4 – Lage snelheden en verschillende veilige fietsroutenetwerken maken ruimte voor diversiteit: er is een veilige en comfortabele plek op de weg. Dat kan omdat de maximum snelheid voor voertuigen binnen de bebouwde kom naar 30 km per uur is gegaan en naar 60 km per uur daarbuiten op niet-snelwegen.
  • 5 – De fiets is een effectief middel voor de VN-duurzaamheidsagenda. De fiets draagt bij aan het realiseren van de doelen van de Duurzame Ontwikkelingsagenda van de Verenigde Naties. Meer fietsen helpt om ons land leefbaarder, duurzamer, gezonder en bereikbaarder te maken.

  • 2040 lijkt nog ver weg, maar de tijd gaat snel. Er moet de komende jaren nog veel gebeuren om onze ambitie *fietsgeluk voor alle fietsers *, altijd en overal- waar te maken. De Fietsersbond zet alles op alles voor een infrastructuur, voorzieningen en stimuleringsbeleid dat optimaal is voor fietsers. Hoe meer mensen de fiets pakken, hoe gezonder en duurzamer onze samenleving zal zijn. Alles wat we de komende jaren ondernemen, samen met onze maatschappelijke partners, concentreert zich op vier thema’s, waarin doelstellingen worden geformuleerd en hoe die te bereiken:

    1 Ruimte en leefbaarheid

    Doelstelling:


    In stedelijke ontwikkeling, zowel nieuwbouw als herstructurering, zijn het STAP- principe en gezondheidsnormen het uitgangspunt.

    Hoe bereiken we dat?


    We maken samen met anderen een strategisch plan om bestaande barrières in het fietsnetwerk op te heffen. Er komen geen nieuwe barrières voor fietsers en wandelaars bij kruisingen met weg, spoor en water.

    2 Mobiliteit.

    Doelstelling:


    In 2040 neemt de fiets in alle Nederlandse gemeenten meer dan 50 procent van alle verplaatsingen binnen de bebouwde kom voor zijn rekening. De fiets is in 2040 structureel onderdeel van de investeringsopgaven van rijk, provincie, regio en gemeenten.

    Hoe bereiken we dat?

    Wij zetten ons in voor een verschuiving van budgetten van rijk, provincie en gemeenten voor de fiets tot dat er een rechtvaardige verdeling van middelen is. We pleiten voor een nieuwesnelheidsnorm binnen de bebouwde kom van 30 km per uur in het stedelijk gebied (op enkele invalswegen, rondwegen na ) en 60 km per uur op wegen waar auto’s en fietsers elkaar ontmoeten. Deze maximum snelheden gelden voor heel Nederland.

    3 Veiligheid en gezondheid

    Doelstelling:


    In 2040 haalt 75 procent van de Nederlanders de dagelijkse beweegnorm, onder meer doordat ze meer zijn gaan fietsen. Er overlijden geen fietsers meer door een aanrijding met een gemotoriseerd voertuig. Het aantal ernstig gewonde fietsers is in 2040 gehalveerd.

    Hoe bereiken we dat?

    We pleiten bij gemeenten voor een veilige schoolomgeving en –routes, waardoor alle kinderen vanaf acht jaar zelfstandig naar school kunnen fietsen. We helpen mensen, die nog niet of niet meer zelf kunnen fietsen om er met een riksja of duo-fiets op uit te gaan om sociaal isolement tegen te gaan.

    4 Fietsplezier

    Doelstelling:

    Alle mensen hebben een fiets waarmee ze veilig en comfortabel kunnen fietsen. Elk kind heeft een fiets en heeft op achtjarige leeftijd genoeg fietservaring opgedaan om zelfstandig en veilig te kunnen fietsen. Alle ouderen kunnen blijven fietsen doordat ze hun fiets(gedrag) kunnen aanpassen naar eigen behoefte.

    Hoe bereiken we dat?


    We zetten ons bij scholen, gemeenten en werkgevers in voor beloningsprojecten voor ouders die met hun kinderen naar school en sportclubs fietsen. We organiseren activiteiten die fietsen voor iedereen mogelijk maken, zoals fietscursussen en het stimuleren van fietsriksjas, duo fietsen, fietsbuddys en fietsclubs.

    Hoofdprincipes voor nabijheid duurzame mobiliteit

  • Het duurzame verkeerssysteem dat we in de fietsvisie 2040 schetsen, kan alleen ontstaan als we niet langer investeren in steeds meer en sneller verplaatsen op een niet duurzame manier. Massavervoer biedt tal van mogelijkheden om te werken en te wonen waar we willen. Tegelijkertijd leiden bredere wegen en snellere spoorlijnen alleen maar tot langere verplaatsingsafstanden. We komen geen minuut eerder aan, we gaan alleen maar verder. De principes, die in Nederland ten grondslag liggen aan onze investeringen en ontwerpen moeten op de schop. Wat moet er veranderen? Het duurzaam verkeerssysteem gaat uit van de volgende principes, kort samengevat voor de middelgrote stad zoals Almelo: De fiets is, nog meer dan nu, het voor- en natransport voor het openbaar vervoer. Er zijn fietsassen naar centrum, stations en kantoorparken aan de rand van de stad en deelfietsen voor het natransport.

  • Het openbaar vervoer in de middelgrote steden is vooral streekvervoer en van deur- tot-deurvervoer voor wie niet kan fietsen. Kenmerkend verschil met de grote steden is dat het in de middelgrote steden minder ruimtelijk druk is. Vanwege het belang van gezond leven en bewegen hebben ook hier fietsen en lopen de voorkeur. Regionaal is de fiets het vervoermiddel voor woon-werkverkeer en voor een dagje winkelen. Goederenvervoer in kleine volumes gebeurt altijd met de fiets, cargo-bikes en light electric vehicles. Gevaarlijke vrachtauto’s hebben afgedaan in het bevoorraden van stedelijke winkels. Waar ze toch onmisbaar zijn, zijn ze uitgerust met camera’s, waarschuwing- systemen en lage doorzichtige cabines en rijden ze zoveel mogelijk gescheiden van fietsers en voetgangers.